In Insolventierecht & herstructurering

Verhuurt u (tijdelijk) aan een faillissementsboedel? Denk dan aan de (contractuele) rente!

Door Roy Bongers, geplaatst op 23 juni 2022 in Insolventierecht & herstructurering

Indien uw huurder in staat van faillissement komt te verkeren, dan kan de huurovereenkomst op grond van artikel 39 Faillissementswet door u of door de curator worden opgezegd. Deze opzegging leidt ertoe dat de huur uiterlijk 3 maanden na het moment van opzegging rechtsgeldig eindigt. De huur die tijdens de periode na datum faillissement door de curator / faillissementsboedel verschuldigd wordt, betreft een concurrente boedelvordering.

Boedelvorderingen zijn als het ware de executiekosten die verbonden zijn aan de afwikkeling van het faillissement en deze dienen eerst betaald te worden, alvorens de curator aan de faillissementsschuldeisers, waaronder de Belastingdienst, kan gaan uitkeren. Ook voor de boedelvorderingen geldt daarbij dat de curator dan wel voldoende baten gerealiseerd moet hebben om tot deze betalingen over te kunnen gaan. 

Uit de Faillissementswet volgt dat de faillissementsschuldeisers geen rente vergoed krijgen over de vordering die zij ter verificatie in het faillissement aanmelden. Lange tijd werd daaruit afgeleid dat er over de boedelvordering ook geen rente vergoed zou hoeven te worden. Dit blijkt echter niet het geval, zo heeft de Hoge Raad eind 2021 geoordeeld. Over boedelvorderingen dient de curator rente te vergoeden, mits de curator in relatie tot de betaling daarvan in verzuim verkeert.

Voor zover de curator niet met zekerheid kan vaststellen dat de boedelvorderingen betaalbaar zijn uit het faillissementsactief, kan en mag hij de betaling daarvan uitstellen. De curator hoeft deze schulden dus pas te betalen als hij er zeker van is dat hij deze ook kan betalen. In de praktijk betekent dit vaak dat ook de boedelschulden, voor zover de boedel daartoe toereikend is, pas bij het einde van het faillissement worden betaald. Dit gerechtvaardigde uitstel van betaling betekent volgens de Hoge Raad echter niet dat dit tevens betekent dat de curator daardoor niet in verzuim kan (komen te) verkeren, waardoor er tevens rente verschuldigd wordt over deze boedelvorderingen. Deze rente heeft op zijn beurt dan ook weer te gelden als een concurrente boedelvordering, oordeelt de Hoge Raad.

Indien er in de huurovereenkomst in afwijking van de wettelijke rente een contractuele vertragingsrente is opgenomen, zal deze contractuele rente door de boedel / curator verschuldigd zijn in geval van verzuim.

Of de curator in verzuim verkeert ter zake van de betaling van de huurvordering, dient te worden beoordeeld aan de hand van de huurovereenkomst. Daar de renteplicht afhankelijk is van een eventueel verzuim, brengt dit tevens mee dat een curator niet uit eigen beweging rente zal gaan toekennen over de boedelvorderingen. Een dergelijke rente zult u dus altijd zelf expliciet moeten vorderen van de curator. Omdat het niet ondenkbaar is dat een boedelvordering uit hoofde van de huurpenningen pas na het verstrijken van een aantal jaren betaald zal (kunnen) worden door de curator, kan het tijdig claimen van de contractuele of wettelijke rente over de boedelvordering wel uiterst zinvol zijn. 

Overigens geldt dat de Hoge Raad de betreffende uitspraak in relatie tot een boedelvordering uit hoofde van huurpenningen over de opzegtermijn heeft gewezen, echter dat dit niet betekent dat een boedelvordering uit hoofde van een andere rechtsgrond dan huur niet eveneens tot een dergelijke rentevordering zou kunnen leiden. Ook in deze situatie zal de eventuele verschuldigdheid van rente in de vorm van een ‘extra’ boedelvordering afhankelijk zijn van de vraag of de curator ter zake van de betaling daarvan in verzuim verkeert.       

Roy Bongers

Roy Bongers is in 2006 afgestudeerd aan de Universiteit Maastricht, met als vakthematische (afstudeer)richting privaatrecht. Na een korte periode in de advocatuur, heeft hij in de jaren 2007 tot en met 2009 bij grote pensioenverzekeraars en bedrijfstakpensioenfondsen de functie van pensioenjurist / pensioenspecialist vervuld.