Van twee walletjes eten gedurende de arbeidsongeschiktheid komt de werknemer duur te staan
De rechtbank Rotterdam heeft zich in haar uitspraak van 3 februari 2022 gebogen over de vraag of het heimelijk uitvoeren van nevenwerkzaamheden gedurende de arbeidsongeschiktheid reden kan zijn voor het geven van een ontslag op staande voet.
Feiten
De desbetreffende werknemer was werkzaam bij een ggz-instelling (hierna: werkgever X). Als gevolg van een verkeersongeval heeft zij zich in maart 2020 ziekgemeld. Gedurende haar ziekte is de werknemer heimelijk werkzaamheden uit gaan voeren voor een andere zorginstelling (hierna: werkgever Y) door middel van een overeenkomst van opdracht. Hierdoor ontving zij zowel inkomen bij werkgever X als bij werkgever Y.
Werkgever X kwam er na een tijd achter niet te beschikken over een actuele Verklaring Omtrent het Gedrag (hierna: VOG) van de werknemer. De werknemer heeft vervolgens de VOG overhandigd die zij had aangevraagd bij het in dienst treden bij werkgever Y. Op de desbetreffende VOG stond werkgever Y echter uitdrukkelijk vermeld, waardoor werkgever X erachter kwam dat de werknemer tijdens haar ziekte werkzaamheden heeft uitgevoerd voor een ander bedrijf. Werkgever X heeft de werknemer vervolgens op staande voet ontslagen. De werknemer is het hier niet mee eens en vecht het ontslag aan bij de kantonrechter te Rotterdam.
“Door geen melding te maken van de nevenwerkzaamheden heeft de werknemer zowel haar eigen werkgever als de bedrijfsarts essentiële informatie onthouden en een onjuiste voorstelling van zaken gegeven, hetgeen de kantonrechter haar zwaar aanrekent.”
Overweging
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werknemer uit hoofde van goed werknemerschap voorafgaand aan het aangaan van de overeenkomst met werkgever Y openheid van zaken had moeten geven bij zowel werkgever X als de bedrijfsarts over het voornemen werkzaamheden te verrichten voor een ander. Vooral nu de werknemer gedurende de periode dat zij werkzaamheden heeft verricht voor werkgever Y dezelfde werkzaamheden voor werkgever X tijdelijk niet uitvoerde wegens medische beperkingen. Los daarvan was het de werknemer op grond van de CAO niet toegestaan om nevenwerkzaamheden uit te voeren. Door geen melding te maken van de nevenwerkzaamheden heeft de werknemer zowel haar eigen werkgever als de bedrijfsarts essentiële informatie onthouden en een onjuiste voorstelling van zaken gegeven, hetgeen de kantonrechter haar zwaar aanrekent.
Het oordeel van de kantonrechter is duidelijk. Het ontslag op staande voet is volkomen rechtsgeldig gegeven. De werknemer heeft ook geen recht op een transitievergoeding nu sprake is van ernstig verwijtbaar handelen.
Het geven van een ontslag op staande voet gaat altijd gepaard met risico’s. Zowel voor de werkgever als de werknemer kunnen de gevolgen van een (al dan niet ten onrechte gegeven) ontslag op staande voet groot zijn. Heeft u te maken met een ontslag op staande voet en wenst u juridisch advies in te winnen? Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze advocaten van de sectie Arbeidsrecht via info@abenslag.nl of telefonisch via 0495 536 138 (Weert) of 0492 749 990 (Helmond).
