In Handelsrecht & procederen

Uitleg rentebeding in notariële akte

Door Marc Rooijen, geplaatst op 1 augustus 2016 in Handelsrecht & procederen

Recent heeft de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2016:1511) een nieuw arrest toegevoegd aan de toch al uitgebreide “uitlegjurisprudentie”. De casus was betrekkelijk eenvoudig.

De ene partij (leninggever) had aan de andere partij (leningnemer) een lening verstrekt. Als zekerheid werd een hypotheekrecht bedongen door leninggever. Dit hypotheekrecht werd – conform de wettelijke eisen – gevestigd bij notariële akte. In de akte was tevens een renteclausule opgenomen. Tussen partijen ontstond echter een discussie over de uitleg van deze rentebepaling. De ene partij stelde dat het bedrag van de lening inclusief rente was. De andere partij meende echter dat het bedrag van de lening exclusief rente was.

“De Hoge Raad heeft de zaak niet zelf afgedaan, maar verwezen naar een ander Hof”

Het Hof hanteerde de zogenaamde objectieve uitlegmaatstaf conform vaste rechtspraak over de uitleg van notariële akten (HR 19 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ2904). De lening was volgens het Hof exclusief rente. De Hoge Raad casseerde. In het onderhavige geval ziet het geschil van partijen niet op hetgeen in de hypotheekakte is vermeld ter zake van de vestiging van het hypotheekrecht, maar op de vraag of partijen zijn overeengekomen dat het in de hypotheekakte genoemde bedrag inclusief rente is dan wel exclusief rente, aldus de Hoge Raad. Het gaat hier derhalve om de uitleg van een contractuele renteclausule die alleen een rol speelt in de verhouding tussen de oorspronkelijke contractspartijen. Bij de beantwoording van de vraag wat de inhoud is van de op dit punt door partijen gemaakte obligatoire afspraken komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze afspraken mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, zulks in het licht van alle omstandigheden van het geval (dit is de zogenaamde Haviltex-maatstaf). Het Hof had aldus ten onrechte de objectieve maatstaf gehanteerd. De Hoge Raad heeft de zaak niet zelf afgedaan, maar verwezen naar een ander Hof. Dit Hof zal alsnog met inachtneming van de juiste maatstaf tot een uitleg van de bewuste bepaling moeten komen.

Heeft u vragen over de uitleg van contractstukken, notariële akten of andere vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan vrijblijvend contact op met mr. M.M.M. Rooijen (0495 – 536 138 / mrooijen@abenslag.nl). 

Marc Rooijen

Marc Rooijen voltooide de Master opleidingen Civiel recht en Togamaster aan de Universiteit Maastricht. Met ingang van 1 september 2009 is Marc in dienst bij Aben & Slag Advocaten. Hij houdt zich in hoofdzaak bezig met het procederen voor en het adviseren van commerciële partijen en overheden.