
Uitgebreide verrekening in faillissement mogelijk
De wet stelt meerdere eisen aan verrekening. Verrekening is kort gezegd het tegen elkaar wegstrepen van schulden over en weer. Eén van die eisen is dat er sprake moet zijn van ‘wederkerigheid’, hetgeen inhoudt dat verrekening alleen kan plaatsvinden als de betrokken partijen over en weer elkaars schuldeiser en schuldenaar zijn.
Als een Leverancier iets te vorderen heeft van Afnemer A en ook iets te betalen heeft aan Afnemer A, dan kan in principe worden verrekend. Als een Leverancier iets te vorderen heeft van Afnemer A, echter iets heeft te betalen aan Afnemer B, dan kan in principe niet worden verrekend (er is dan immers geen wederkerigheid).
Dit kan betekenen dat de Leverancier moet betalen aan Afnemer B, maar zijn vordering op Afnemer A niet ontvangt. Die kans is zeker aanwezig als Afnemer A bijvoorbeeld failliet gaat. De hiervoor geschetste verrekening is in beginsel ook niet mogelijk indien Afnemer A en Afnemer B tot hetzelfde concern behoren. Contractueel kan echter worden bepaald dat voorgaand geschetste verrekening (Leverancier–A–B) wel mogelijk is; dit wordt uitgebreide verrekening of een uitgebreid verrekenbeding genoemd. Die afspraak dient dan wel te bestaan (en om bewijsrechtelijke redenen bij voorkeur schriftelijk te zijn vastgelegd).
Recent heeft de Hoge Raad (zie:ECLI:NL:HR:2019:1789) bepaald dat een afspraak tot uitgebreide verrekening ook stand houdt in het geval dat de schuldeiser (in het voorbeeld Afnemer A) failliet is.
