
Niet-nagekomen overeenkomsten bij faillissement
Niet-nagekomen overeenkomsten bij faillissement
Bij een faillissement wordt een schuldeiser geconfronteerd met de vraag of de gefailleerde (of beter gezegd, de aangestelde curator) de met hem gesloten overeenkomst na zal komen (gestand zal doen). Indien beide partijen de overeenkomst nog niet volledig zijn nagekomen, dan biedt art. 37 Faillissementswet de schuldeiser de mogelijkheid om de curator een redelijke termijn te stellen waarin de curator dient te verklaren of hij de overeenkomst wel of niet gestand doet. Laat de curator deze termijn ongebruikt verstrijken of doet hij de overeenkomst niet gestand, dan verliest hij de mogelijkheid om (later) nog nakoming van de overeenkomst te vorderen.
Betekent art. 37 Faillissementswet dan ook dat de curator in een dergelijk geval zijn recht op een tegenprestatie (bijvoorbeeld betaling) voor een reeds voor datum faillissement door gefailleerde geleverde prestatie (bijvoorbeeld het bouwen van een deel van een woning) verliest? Hierover heeft de Hoge Raad op 2 december 2016 twee uitspraken gedaan.
In de eerste uitspraak oordeelt de Hoge Raad dat de curator die verklaart een overeenkomst niet gestand te zullen doen, niet ook het recht verliest om van de wederpartij de tegenprestatie te vorderen die op grond van de overeenkomst verschuldigd is doordat de gefailleerde reeds voor het faillissement een of meerdere prestaties heeft verricht. In deze casus was de schuldeiser echter contractueel gezien nog niet gehouden zijn prestatie te verrichten (de woning was door gefailleerde slechts deels gebouwd, waardoor de schuldeiser nog niet hoefde te betalen). Volgens de Hoge Raad komt de curator in dit geval een vordering uit onrechtmatige verrijking met betrekking tot de verrichte werkzaamheden toe. Bij de tweede uitspraak was de casus gelijk aan die uit de eerste casus, maar was de schuldeiser op datum faillissement contractueel wel al verplicht tot presteren (de werkzaamheden van gefailleerde waren in zoverre gevorderd dat betaling van een deel van de aanneemsom contractueel al kon worden gevorderd). De Hoge Raad oordeelt dat in deze situatie art. 37 Faillissementswet niet van toepassing is. De gefailleerde heeft immers al gepresteerd
Bevindt u zich in een situatie waarbij uw wederpartij failliet is verklaard, maar de lopende overeenkomst nog niet volledig heeft uitgevoerd, dan doet u er verstandig aan uw positie in kaart te brengen. De advocaten van Aben & Slag kunnen u daarbij helpen.
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan vrijblijvend contact op met mr. Bob Sijben (0492 – 749 990 / bsijben@abenslag.nl).
