In Handelsrecht & procederen

KEI

Door Marc Rooijen, geplaatst op 22 december 2017 in Handelsrecht & procederen

Binnen het procesrecht gaat op korte termijn een groot aantal zaken veranderen. Op een aantal terreinen is deze verandering inmiddels al zichtbaar. Dit heeft alles te maken met het project genaamd KEI. Een afkorting die staat voor Kwaliteit en Innovatie Rechtspraak.

KEI brengt een aantal veranderingen met zich mee. De belangrijkste worden in dit artikel besproken.

Digitalisering

KEI introduceert het digitale procederen. Via een nieuw systeem wordt het voor procespartijen mogelijk (en voor advocaten verplicht) om digitaal te procederen. Stukken worden dus feitelijk niet meer per post bij de Rechtbank of het Hof bezorgd, maar ingediend via de digitale weg.

Er is sprake van een gefaseerde invoering. Er is een onderscheid gemaakt tussen de soorten procedures (bijvoorbeeld procedures met verplichte procesvertegenwoordiging) en de instanties (rechtbanken, hoven en Hoge Raad).

Op dit moment is KEI ingevoerd bij twee Rechtbanken voor dagvaardingszaken met verplichte procesvertegenwoordiging (een geldelijk belang van meer dan € 25.000,-). De verwachting is dat voor deze procedures KEI medio mei 2018 zal worden ingevoerd bij de Rechtbank Limburg en de Rechtbank Oost-Brabant.

KEI zal voor procedures in hoger beroep overigens niet eerder dan in 2019 worden ingevoerd.

Nieuw procesrecht

KEI beperkt zich echter niet tot enkel het wijzigen van het procesrecht voor wat betreft het mogelijk maken van het digitale procederen. KEI beoogt bewust een wijziging aan te brengen in het procesrecht. Procedures worden korter doordat termijnen voor het indienen van processtukken worden verkort en uitstelmogelijkheden worden beperkt. Overigens geldt dat niet voor de rechterlijke macht zelf. Zij wordt gebonden aan streeftermijnen.

Opmerkelijk is ook dat incidenten niet meer separaat kunnen worden ingesteld. Er dient ook direct inhoudelijk verweer te worden gevoerd. Vanzelfsprekend redelijk opmerkelijk. Immers wordt de gedaagde verplicht inhoudelijk verweer te voeren terwijl de bevoegdheid van de rechtbank in geschil is. Of dit in de praktijk zal leiden tot meer procedures voor onbevoegde rechters in de buurt (doorgaans zal men het reizen zo veel mogelijk willen beperken) in de hoop dat er van een onbevoegdheidsverweer zal worden afgezien, is op dit moment een bestaande vrees.

Het hart van de procedure vormt onder KEI de mondelinge behandeling. Volgens de wetgever dient de procedure zo te worden ingericht dat de zaak dan voor vonnis kan komen te staan. Voor de meer complexere procedures (en daar is al snel sprake van) kan besloten worden tot een afwijkende procesgang (lees: met meer reactiemogelijkheden).

Tevens wordt de mogelijkheid geïntroduceerd tot het geven van een mondeling vonnis (dat eventueel later schriftelijk wordt gemotiveerd). Dit is nu al mogelijk in kort geding, maar dit wordt uitgebreid tot andere procedures. Onduidelijk is of van deze mogelijkheid veel gebruik zal worden gemaakt.

Een van de belangrijkste processuele wijzigingen betreft de nieuwe mogelijkheid om een procedure te starten zonder tussenkomst van een deurwaarder (de verantwoordelijkheid voor het oproepen ligt bij eiser). Dat gaat dus sneller en goedkoper. De procedure is aanhangig zodra de stukken digitaal zijn ingediend (overigens is dan ook direct het griffierecht verschuldigd). Het nadeel is echter dat de rechter geen verstek mag verlenen als vervolgens de verweerder niet vrijwillig verschijnt. Alsdan zal alsnog moeten worden overgegaan tot oproeping door een deurwaarder. Dit werkt vertragend. De vraag in de praktijk is dan ook wat de meerwaarde is van deze mogelijkheid (hoewel het voor advocaten wel handig lijkt te zijn voor het redden van een termijn).

In dit artikel wordt verder gebruik gemaakt van andere terminologie. Dat is ook een gevolg van KEI. In plaats van een dagvaarding wordt er thans gesproken van een procesinleiding met oproepingsbericht. Een gedaagde heet een verweerder en een conclusie van antwoord wordt een verweerschrift.

Het spreekt voor zich dat KEI een groot aantal veranderingen met zich brengt. De vraag is vanzelfsprekend – zeker gezien de ervaringen uit het verleden met digitaliseringsprojecten bij de overheid – of de omvang van de wijzigingen zich in eerste instantie niet had moeten richten op enkel de digitale procesgang. De wetgever heeft echter anders beslist. KEI is er al voor een klein deel en zal er op korte termijn op grotere schaal aankomen.

Aben & Slag Advocaten is echter volledig voorbereid op deze veranderingen. Intern zijn de nodige opleidingen al gevolgd en zijn de advocaten door middel van gespecialiseerde cursussen volledig up to date. Ook in het digitale proces is Aben & Slag Advocaten uw partner!

Marc Rooijen

Marc Rooijen voltooide de Master opleidingen Civiel recht en Togamaster aan de Universiteit Maastricht. Met ingang van 1 september 2009 is Marc in dienst bij Aben & Slag Advocaten. Hij houdt zich in hoofdzaak bezig met het procederen voor en het adviseren van commerciële partijen en overheden.