In Insolventierecht & herstructurering

Invoering Wet modernisering faillissementsprocedure

Door Bob Sijben, geplaatst op 9 januari 2019 in Insolventierecht & herstructurering

Per 1 januari 2019 is de Wet modernisering faillissementsprocedure in werking getreden. Zoals de naam van de wet al doet vermoeden, is het doel van deze wet om de faillissementsprocedure te moderniseren en daarmee de afwikkeling van een faillissement transparanter en efficiënter te maken. Om dit doel te verwezenlijken zijn samengevat vier maatregelen ingevoerd, namelijk:

  1. bevordering digitalisering en verbetering van toegankelijkheid tot informatie;
  2. versnelling van de faillissementsprocedure;
  3. meer maatwerkmogelijkheden;
  4. bevordering van specialisatie.

Onderstaand zullen deze maatregelen nader worden toegelicht.

Bevordering digitalisering en verbetering van toegankelijkheid tot informatie

Er zijn al verschillende lopende digitaliserings- en moderniseringsprojecten binnen de rechtspraak, zoals het welbekende programma ‘KEI’. De Wet modernisering faillissementsprocedure sluit hierbij aan en beoogt de communicatie tussen de rechter en partijen over de te volgen proceshandeling via het digitale systeem snel en laagdrempelig te kunnen laten plaatsvinden.

Vóór 1 januari 2019 vonden veel handelingen op papier plaats. Dit was niet efficiënt en bracht nadelige kosten met zich mee. Het digitale systeem zorgt voor een eenvoudig toegankelijke, gedigitaliseerde informatievoorziening, doordat alle relevante informatie op één plek te vinden is en waardoor schuldeisers sneller in staat zijn te reageren op een eventueel faillissement van een schuldenaar en de afwikkeling hiervan. Zo wordt bijvoorbeeld het faillissement gepubliceerd in het (digitale) Centraal Insolventieregister, kan de verificatievergadering digitaal plaatsvinden en mag correspondentie per e-mail.

Versnelling van de faillissementsprocedure

Een tweede maatregel betreft de versnelling van de faillissementsprocedure. De termijn waarbinnen vorderingen moesten worden ingediend en met name de mogelijkheid voor schuldeisers om tot het laatste moment vorderingen in te dienen, leidde tot een relatief lange looptijd van het faillissement. Daarom is de uiterste termijn waarbinnen vorderingen moeten worden ingediend, aangescherpt en is de mogelijkheid tot verlate indiening van vorderingen beperkt.

De termijn waarbinnen vorderingen door schuldeisers moeten worden ingediend, is afhankelijk van de te houden verificatievergadering en wordt vanaf 1 januari 2019 bepaald door de rechter-commissaris. Wanneer de gestelde termijn is verlopen, is het niet meer mogelijk om vorderingen ter verificatie in te dienen.

Een andere versnelling / vereenvoudiging welke is aangebracht ziet op het beperken van de door de curator te verzoeken machtiging bij ‘kleine verkopen’. Bij de verkoop van goederen met een waarde tot € 2.000,00 behoeft de curator voor de verkoop hiervan geen toestemming meer te verzoeken aan de rechter-commissaris .

Meer maatwerkmogelijkheden

Vanuit de praktijk werd meer maatwerk gewenst, met name bij grotere of complexere faillissementen. Het door de rechter-commissaris laten bepalen of een verificatievergadering plaatsvindt en zo ja, op welk tijdstip, zoals bovenstaand toegelicht, zorgt al voor meer maatwerk. Vóór 1 januari 2019 was het strikt genomen wettelijk verplicht om binnen veertien dagen nadat het vonnis tot faillietverklaring in kracht van gewijsde was gegaan de dag van de verificatievergadering te bepalen. Echter, bij grotere en complexere faillissementen was de termijn van veertien dagen te beperkt om een gedegen eerste inventarisatie te maken omtrent de activa. Daarom is de wettelijke verplichting van veertien dagen komen te vervallen en bepaalt de rechter-commissaris of en wanneer een verificatievergadering plaatsvindt. Daarnaast kan het bij grotere en complexere faillissementen wenselijk zijn om meerdere verificatievergaderingen te houden. De Wet modernisering faillissementsprocedure schept hiervoor een mogelijkheid.

Tot slot zijn ook de regels rondom de benoeming, de werkwijze en de samenstelling van de schuldeiserscommissie aangepast. Deze commissie heeft als taak de curator te adviseren en te controleren. Voorheen konden drie personen deelnemen aan de schuldeiserscommissie. Vanaf 1 januari 2019 geldt deze beperking niet meer en kunnen meer personen lid zijn van de schuldeiserscommissie, mits het een goede vertegenwoordiging vormt voor de gehele groep schuldeisers.

Bevordering van specialisatie

Ten aanzien van het bevorderen van de specialisatie zijn er drie wijzigingen ingevoerd. Vanaf 1 januari 2019 bestaat de mogelijkheid om meerdere rechters-commissarissen te benoemen in het faillissement. Deze wijziging faciliteert dat rechters-commissarissen zich meer kunnen specialiseren in bepaalde typen faillissementen en kunnen de verantwoordelijkheden voor toezicht worden gedeeld.

Daarnaast kan een deskundige worden benoemd ter ondersteuning van de toezichthoudende taak van de rechter-commissaris en kan een adviescommissie insolventierecht worden ingesteld.

Heeft u naar aanleiding van dit artikel nog vragen? Neemt u dan vrijblijvend contact op met mr. B.A.P. (Bob) Sijben (bsijben@abenslag.nl of 0492 – 749992).

Bob Sijben

Bob is sinds 2007 aan Aben & Slag Advocaten verbonden en actief binnen de secties Ondernemingsrecht en Insolventierecht. Binnen het ondernemingsrecht adviseert en procedeert Bob over uiteenlopende onderwerpen zoals overnames, herstructureringen, aandeelhoudersgeschillen, financieringen en (de uitwinning van) zekerheden.