
Ingebrekestelling in stappen leidt tot verzuim
Door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is in haar uitspraak van 31 augustus 2021 – na een verwijzing door de Hoge Raad – geoordeeld dat een ingebrekestelling in twee stappen leidt tot verzuim, aangezien de hoofdaannemer vaak met verschillende onderaannemers werkt en die werkzaamheden moet coördineren.
Achtergrond en feiten
Fraanje was de hoofdaannemer op het project Sportpunt Zeeland te Goes. In april 2013 is vervolgens een onderaannemingsovereenkomst gesloten met Alukon, welke onder andere de kozijnen en beglazing van het project diende te verzorgen.
De procedure welke uit voornoemde samenwerking is ontstaan ziet op de vraag of Fraanje, die ontevreden was over de prestaties van Alukon, Alukon op de juiste wijze in gebreke had gesteld. Ook doemde de vraag op of Alukon vervolgens in verzuim is gekomen en of de daarop volgende buitengerechtelijke ontbindingsverklaring rechtsgevolg heeft gehad. Dit nu Fraanje onder andere ontevreden was over de snelheid waarmee Alukon werkte.
“Het stelt de hoofdaannemer immers in staat om de werkzaamheden van de onderaannemers te coördineren, met name als een onderaannemer niet tijdig of gebrekkig presteert.”
Beoordeling
Het hof heeft overwogen dat de ingebrekestelling op de juiste wijze is vormgegeven en Alukon in verzuim is komen te verkeren. Fraanje mocht van het hof immers gebruik maken van een zogenoemde ‘getrapte ingebrekestelling’: hierin wordt enerzijds een termijn voor de schuldenaar gegeven waarbinnen deze moet toezeggen de geconstateerde gebreken te herstellen en wordt anderzijds een termijn voor de schuldenaar gegeven waarbinnen de gebreken moeten zijn hersteld.
De reden dat van een getrapte ingebrekestelling gebruik mag worden gemaakt is gelegen in de omstandigheid dat hieraan in de praktijk behoefte is. Het stelt de hoofdaannemer immers in staat om de werkzaamheden van de onderaannemers te coördineren, met name als een onderaannemer niet tijdig of gebrekkig presteert. Met een getrapte ingebrekestelling kan de hoofdaannemer alsdan beoordelen of een onderaannemer van plan is om het geconstateerde gebrek te verhelpen.
Tot slot
Het is aldus raadzaam om alert te blijven op te versturen en/of ontvangen ingebrekestellingen bij (onder)aannemingsovereenkomsten. Heeft u voor het opstellen van dergelijke ingebrekestelling behoefte aan advies? Of heeft u vragen naar aanleiding van deze uitspraak? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met mr. Deborah Reijnart en mr. Malou van Vroonhoven via het telefoonnummer 0495 – 53 61 38.
