In Handelsrecht & procederen

Het risico van mondeling contracteren: voormalig management moet profvoetballer 4,75 miljoen euro betalen

Door Malou van Vroonhoven, geplaatst op 8 april 2022 in Handelsrecht & procederen

In de zomer van 2018 maakte verdediger Stefan de Vrij een transfer naar de Italiaanse voetbalclub F.C. Internazionale. Het (voormalig) management van De Vrij, Sports Entertainment Group Football (‘SEG’) heeft voor haar bemiddeling bij deze transfer een commissie van ongeveer 7,5 miljoen euro ontvangen. Hiervoor is SEG een schadevergoeding van 4,75 miljoen euro verschuldigd, aldus de Rechtbank Amsterdam.

SEG is deze schadevergoeding verschuldigd nu de rechtbank van mening is dat zij haar mededelingsplicht aan De Vrij heeft geschonden. De Vrij was namelijk van mening dat SEG zijn zakelijke belangen vertegenwoordigde bij de ‘deal’ met Internazionale. De Vrij dacht dat SEG voor hem het onderste uit de kan zou halen bij de contractonderhandelingen. Dit deed SEG namelijk al jaren bij zijn andere transfers.

Niets bleek minder waar. SEG was namelijk van mening dat zij enkel optrad namens Internazionale en dat zij ook enkel de belangen van Internazionale diende te behartigen. De rechtbank deelde deze mening niet.

De rechtbank is namelijk van mening dat SEG óók voor De Vrij heeft bemiddeld. Wanneer een bemiddelaar voor beide partijen optreedt, is deze bemiddelaar gehouden zijn opdrachtgever op de hoogte te brengen van het belang dat hijzelf heeft bij de totstandkoming van de rechtshandeling. Dit op grond van artikel 7:417 lid 1 Burgerlijk Wetboek en artikel 7:418 lid 1 Burgerlijk Wetboek. SEG had dan ook een mededelingsplicht ten aanzien van de door hem te ontvangen commissie ad 7,5 miljoen euro. Nu deze mededelingsplicht door SEG is geschonden, moet door haar een schadevergoeding aan De Vrij worden betaald.

“Om een procedure – en de daarbij komende bewijslast – achteraf te voorkomen, is het verstandig om afspraken en/of opdrachten (op voorhand) schriftelijk vast te leggen.

Mondelinge afspraken

Tussen SEG en De Vrij bestond voor wat betreft de transfer naar Internazionale géén (opdracht)overeenkomst. Deze onderhandelingen zijn allen mondeling verlopen. Ondanks dit gebrek aan een schriftelijke overeenkomst, is de rechtbank toch tot de conclusie gekomen dat de belangen van De Vrij door SEG werden behartigd. Dit is door de rechtbank geoordeeld aan de hand van de gang van zaken.

Deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam geeft het risico van mondelinge overeenkomsten weer. Om een procedure – en de daarbij komende bewijslast – achteraf te voorkomen, is het verstandig om afspraken en/of opdrachten (op voorhand) schriftelijk vast te leggen. De advocaten van Aben & Slag Advocaten helpen u daar uiteraard graag bij.

Malou van Vroonhoven

Malou van Vroonhoven heeft Ondernemingsrecht gestudeerd aan Tilburg University. Gedurende haar studie heeft zij een exchangeprogramma gevolgd aan de University of Hull, gelegen in het Verenigd Koninkrijk.