
Het griffierecht gaat omlaag!
Het nieuwe kabinet heeft in het coalitieakkoord aangekondigd dat zij de toegang tot het recht voor burgers en MKB wil vergroten door de thans geldende griffierechten in de komende regeerperiode te verlagen met 25%. De coalitie houdt vanaf 2024 rekening met jaarlijks 55 miljoen euro minder inkomsten. Wanneer deze verlaging precies wordt doorgevoerd, is nog niet bekend.
Tot op heden is de hoogte van het griffierecht afhankelijk van de persoon van eiser (natuurlijk persoon of rechtspersoon) en de hoogte van de geldvordering. Voor geldvorderingen in kantonzaken gelden drie categorieën. De kantonrechter behandelt civiele zaken tot en met een bedrag van € 25.000, arbeidszaken, huurzaken, consumentenkoopzaken en consumentenkredietzaken. Ook bewind, curatele, mentorschap en het verwerpen of (beneficiair) aanvaarden van een erfenis zijn onderwerpen die aan de kantonrechter voorgelegd worden. Het griffierecht in 2021 voor deze kantonzaken was als volgt:
Dagvaardingzaken of verzoekschriften |
Niet-natuurlijke personen |
Natuurlijke personen |
Onvermogenden |
Zaken met een vordering of een verzoek van
|
€ 126 |
€ 85 |
€ 85 |
Zaken met een vordering of verzoek van een waarde van meer dan € 500 en niet meer dan € 12.500 |
€ 507 |
€ 240 |
€ 85 |
Zaken met een vordering of een verzoek van een waarde van meer dan € 12.500 |
€ 1.013 |
€ 507 |
€ 85 |
“Vanaf 1 januari 2022 worden er drie nieuwe griffierechtcategorieën gehanteerd, zodat het griffierecht meer in verhouding staat met de hoogte van de geldvordering.“
Deze indeling in drie categorieën leidt ertoe dat het griffierecht voor een geldvordering van een rechtspersoon van € 501 even hoog is als het griffierecht voor een geldvordering van € 12.500. Met name de hoogte van het griffierecht voor rechtspersonen in verhouding tot een geldvordering van net boven de € 500 wordt als problematisch ervaren. Daarnaast wordt bezwaarlijk geacht dat een natuurlijk persoon die een procedure verliest die door een rechtspersoon tegen hem is gevoerd, het hogere griffierecht moet vergoeden dat de rechtspersoon als eiser heeft betaald.
Vrij recent is er een wetsvoorstel aangenomen, waarbij tegenmoet gekomen wordt aan deze bezwaren. De griffierechten voor 2022 voor kantonzaken zijn als volgt:
Dagvaardingzaken of verzoekschriften |
Niet-natuurlijke personen |
Natuurlijke personen |
Onvermogenden |
Zaken met een vordering of een verzoek van
|
€ 128 |
€ 86 |
€ 86 |
Zaken met een vordering of verzoek van een waarde van meer dan € 500 en niet meer dan € 1.500 |
€ 322 |
€ 214 |
€ 86 |
Zaken met een vordering of verzoek van een waarde van meer dan € 1.500 en niet meer dan € 2.500 |
€ 365 |
€ 244 |
€ 86 |
Zaken met een vordering of verzoek van een waarde van meer dan € 2.500 en niet meer dan € 5.000 |
€ 487 |
€ 244 |
€ 86 |
Zaken met een vordering of verzoek van een waarde van meer dan € 5.000 en niet meer dan € 12.500 |
€ 514 |
€ 244 |
€ 86 |
Zaken met een vordering of een verzoek van een waarde van meer dan € 12.500 |
€ 1.384 |
€ 693 |
€ 86 |
De nieuwe tarieven zijn te vinden op www.rechtspraak.nl. De tarieven voor de civielrechtelijke kwesties, niet zijnde de kantonprocedure, zijn wat gestegen. De stijging is echter niet substantieel.
De verdeling van de griffierechttarieven in meerdere categorieën maakt het voor bedrijven met relatief lagere geldvorderingen aantrekkelijker om een procedure te starten bij de kantonrechter. Dit is een goede ontwikkeling. Voor vragen over dit artikel kunt u contact opnemen met mr. M.M.M. (Marc) Rooijen (mrooijen@abenslag.nl) of mw. mr. F.M.C. (Fleur) van Helmond (fhelmond@abenslag.nl).
