In

De WHOA biedt aan de schuldenaar de mogelijkheid om na het deponeren van de verklaring, waarin hij aangeeft dat hij start met de voorbereidingen van het akkoord, een verzoek in te dienen bij de rechtbank om een zogenoemde afkoelingsperiode in te stellen jegens alle schuldeisers of tegen een aantal van hen.

De afkondiging van de afkoelingsperiode heeft drie gevolgen:

  • Schuldeisers op wie de afkoelingsperiode van toepassing is, kunnen zich in die periode niet verhalen op het vermogen van de schuldeiser of goederen opeisen zonder machtiging van de rechtbank;
  • De rechtbank kan op verzoek van de schuldenaar gelegde beslagen opheffen, en
  • De behandeling van een surseanceverzoek of een verzoek tot faillietverklaring wordt geschorst.

Tijdens de afkoelingsperiode kan de schuldenaar zijn bevoegdheid om de goederen waarop de afkoelingsperiode van toepassing is gebruiken, verbruiken of vervreemden voor zover dat nodig is voor de normale voortzetting van de onderneming.

De afkoelingsperiode kan in eerste instantie slecht voor 4 maanden worden afgegeven. De rechtbank kan deze periode op verzoek verlengen tot 8 maanden.