
Een hogere billijke vergoeding bij ontslag tijdens de coronacrisis?
De kantonrechter van de Rechtbank Den Haag heeft in haar uitspraak van 11 september 2020 overwogen dat de nadelige effecten die het coronavirus op de economie zal hebben meegenomen dienen te worden bij het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding.
Billijke vergoeding
In uitzonderlijke gevallen – indien sprake is van ‘ernstig en verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever’ – kan een werknemer bij het ontslag naast de doorgaans verschuldigde transitievergoeding, tevens een billijke vergoeding toegekend krijgen.
Voor de berekening van een dergelijke billijke vergoeding is in de wet geen grondslag voorzien; de hoogte van de billijke vergoeding ligt volledig in de handen van de rechter.
De invloed van de coronacrisis
Volgens vaste rechtspraak dient, bij de bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding, onder andere te worden gekeken naar de te verwachten werkloosheidsduur.
De kantonrechter van de Rechtbank Den Haag heeft in haar uitspraak van 11 september 2020 een billijke vergoeding toegekend. Bij de bepaling van de hoogte van deze billijke vergoeding heeft de kantonrechter rekening gehouden met de termijn waarbinnen de ontslagen werknemer een andere vergelijkbare baan kan vinden; ook hier werd aldus gekeken naar de te verwachten werkloosheidsduur.
Hierbij werd door de kantonrechter in haar overweging meegenomen dat in de gegeven omstandigheden, waaronder de nadelige effecten die het coronavirus op de economie zal hebben, een langere termijn voor het vinden van een vergelijkbare baan in acht dient te worden genomen.
Gelet op deze nadelige effecten schatte de kantonrechter dat de werknemer 24 maanden nodig zou hebben om een andere (vergelijkbare) baan te vinden. Deze termijn werd meegenomen in de hoogte van de billijke vergoeding.
Heeft u vragen naar aanleiding van deze uitspraak? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met een van onze advocaten via het telefoonnummer 0495 – 53 61 38.
