In Ondernemingsrecht

Een gedragscode voor banken voor kleinzakelijke financiering treedt per 1 juli 2018 in werking

Door Bob Sijben, geplaatst op 28 juni 2018 in Ondernemingsrecht

Op 1 juli 2018 gaat de “Gedragscode Kleinzakelijke Financiering” van kracht. Aanleiding daarvoor is een leemte in de Wet op het financieel toezicht (Wft), welke wet in het leven is geroepen voor met name consumenten. De Wft biedt helaas geen bescherming aan de zakelijke kredietnemer die gebruik wil maken van een krediet van de bank. Natuurlijk behoeven zeer grote ondernemingen niet dezelfde bescherming als consumenten. Die ondernemingen weten zich doorgaans prima te redden met de relevante kredietverlener, maar dat heeft in mindere mate te gelden voor zzp-ers en mkb-ondernemingen.

Los daarvan zijn er de afgelopen jaren nogal wat excessen de revue gepasseerd, zoals bijvoorbeeld de Renteswaps, waarvan duidelijk is geworden dat vele ondernemers de strekking en de risico’s van zo een financieel product onvoldoende konden doorgronden, met alle gevolgen van dien. Om die reden heeft het Ministerie van Financiën in 2016 een consultatie gehouden om de effectiviteit van de huidige wettelijke regeling (Wft) te bezien in relatie tot de zzp-ers en mkb-onderneming, alsmede de wenselijkheid en de gevolgen van eventuele aanpassingen en/of uitbreiding hiervan. Van dit laatste is het niet gekomen, maar de minister heeft wel aan de Tweede Kamer per brief laten weten dat uit deze consultatie duidelijk naar voren is gekomen dat een effectievere bescherming van kleinzakelijke klanten wenselijk is. Zoals gezegd, de Wft is niet gewijzigd, maar men heeft ingezet op zelfregulering door middel van de Gedragscode Kleinzakelijke financiering.

In de Gedragscode staan rechtens afdwingbare minimumnormen waar banken zich aan dienen te houden bij het verstrekken van financieringen aan kleinzakelijke klanten. De Gedragscode is opgesteld door de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) in nauwe samenspraak met haar leden. De vorm waarin de financiering wordt gegoten, is niet relevant. Dit kan dus zien op onder meer de reguliere geldlening, het rekening-courantkrediet, maar bijvoorbeeld ook op een financial lease-constructie. De totale hoofdsom van het krediet mag echter niet meer betreffen dan € 2 miljoen. De gedragscode is van toepassing voor bedrijven met een jaaromzet van maximaal € 5 miljoen.

“U als mkb-ondernemer c.q. klant moet wakker blijven. De bank komt niet uit zich zelf naar u toe met aanvullende informatie.”

In de code staan minimumnormen die zien op de oriëntatie- of pre-contractuele fase, de aanvraagfase en de beheerfase van het financieringsproces. Daarnaast wordt in de code aandacht besteed aan doorverwijzing van klanten naar andere financiers, bijzonder beheer en het proces rondom klachten en geschillen. Waar kan de klant dan op rekenen?

  • Volgens de gedragscode moeten banken al in de oriëntatiefase de voor- en nadelen en de risico’s van hun financiële producten duidelijk aangeven (zie voornoemde Renteswaps).
  • In de aanvraagfase krijgt de klant vanaf nu al te zien welke voorwaarden gelden als de financiering vervroegd wordt afgelost. Verrassingen in de vorm van boeterentes worden zo vermeden.
  • In geval van afwijzing van een financieringsaanvraag dient de bank haar overwegingen hieromtrent schriftelijk te communiceren.
  • Banken zullen informatie verstrekken over de eventuele mogelijkheid van gestapeld financieren (mogelijk meerdere banken die voor hetzelfde doel financieren).
  • De bank moet bij bekendheid met (dreigende)financiële problemen actief contact zoeken met de klant om tot afspraken te komen om te voorkomen dat de klant niet zal kunnen voldoen aan zijn financiële verplichtingen.
  • Als de klant in bijzonder beheer komt, moet de bank aangeven hoe het traject er concreet zal uitzien, wie het aanspreekpunt zal worden, waarbij afspraken schriftelijk worden vastgelegd c.q. bevestigd.

 

Tot slot heeft de gedragscode voor een alternatieve vorm van geschilbeslechting gekozen. Nadat de klant de interne klachtprocedure van zijn bank heeft doorlopen, kan hij het geschil met zijn bank voorleggen aan het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). Wel heeft te gelden dat de weg naar de burgerlijke rechter ook blijft openstaan.

De gedragscode is een goed begin, maar kent ook zijn minpunten. Zo is niets bepaald over de beëindiging van kredietovereenkomsten. Veelal een belangrijke bron van conflicten tussen klant en bank. Overigens betekent zulks voor de klant niet dat een discussie hierover niet aan het Kifid kan worden voorgelegd, hoe die procedure bij het Kifid concreet gaat uitzien, is evenwel nog niet duidelijk door middel van een reglement.

Conclusie

U als mkb-ondernemer c.q. klant moet wakker blijven. De bank komt niet uit zich zelf naar u toe met aanvullende informatie. Pas op uw verzoek zullen banken nadere informatie verstrekken over de afwijzing van een krediet, over de samenstelling en de hoogte van gewijzigde rentepercentages, provisies of andersoortige dossierinformatie. U moet daar dus (doorgaans) om gaan verzoeken.

Heeft u naar aanleiding van dit artikel nog vragen? Neemt u dan vrijblijvend contact op met mr. J.P.M. Dexters en/of mr. B.A.P. Sijben (jdexters@abenslag.nl of bsijben@abenslag.nl / 0492-749990).

Bob Sijben

Bob is sinds 2007 aan Aben & Slag Advocaten verbonden en actief binnen de secties Ondernemingsrecht en Insolventierecht. Binnen het ondernemingsrecht adviseert en procedeert Bob over uiteenlopende onderwerpen zoals overnames, herstructureringen, aandeelhoudersgeschillen, financieringen en (de uitwinning van) zekerheden.