In Handelsrecht & procederen

Avondklok en de schorsing van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis

Door Fleur van Helmond, geplaatst op 18 februari 2021 in Handelsrecht & procederen

Op 16 februari 2021 heeft de kort geding rechter vonnis gewezen in een kort geding aangespannen door de Stichting Viruswaarheid.nl. In deze een uitspraak heeft de rechter de vorderingen van Stichting Viruswaarheid.nl toegewezen, wat betekent dat de avondklok per direct moet worden opgeheven. Het vonnis van de kort geding rechter is “uitvoerbaar bij voorraad” verklaard. In dit artikel wordt toegelicht wat “uitvoerbaar bij voorraad” en de daarna door de Staat in spoedappel gevorderde en toegewezen schorsing van de tenuitvoerlegging van dit vonnis concreet betekenen.

De voorzieningenrechter van de rechtbank heeft op 16 februari 2021 geoordeeld dat de Staat artikel 8 lid 1 en 3 van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag (Wbbbg) per omgaande buiten werking moet stellen. Artikel 8 Wbbbg maakt het mogelijk om “het vertoeven in de open lucht te beperken” en aldus een avondklok in te stellen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat geen sprake was van de vereiste bijzondere spoedeisendheid om gebruik te maken van de Wbbbg. De avondklok is met deze uitspraak per direct van tafel. 

Maar wat betekent uitvoerbaarheid bij voorraad precies? Als een vonnis van de rechter uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, dan zal de veroordeelde partij (de Staat in dit geval) meteen aan het vonnis moeten voldoen. Het vonnis blijft uitvoerbaar bij voorraad, totdat in een eventueel hoger beroep is beslist. Instellen van een hoger beroep ‘schorst’ de tenuitvoerlegging van het vonnis van de rechtbank niet. 

De veroordeelde heeft wel nog een ander middel om te voorkomen dat zij meteen aan het vonnis van de rechtbank moet voldoen: het instellen van een schorsingsincident. Dit schorsingsincident heeft de Staat op 16 februari 2021 meteen met het spoedappel ingesteld. Hiermee vraagt de Staat aan de rechter om de avondklok te handhaven, totdat er in hoger beroep door het gerechtshof over de zaak is beslist. Inmiddels is bekend dat het gerechtshof het schorsingsincident heeft toegewezen en de avondklok in ieder geval gehandhaafd blijft tot de uitspraak in hoger beroep. Artikel 351 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering maakt het mogelijk om op vordering van een partij alsnog de tenuitvoerlegging van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis te schorsen.

In een eerder artikel is toegelicht wat de regels zijn om de tenuitvoerlegging van een uitvoerbaar bij voorraad verklaarde uitspraak te schorsen. Bij de beoordeling van schorsingsincident dient een afweging van “de relevante belangen van partijen in het licht van de omstandigheden van het geval” plaats te vinden. De rechter neemt in de afweging mee dat de vorige rechter de uitvoerbaarheid bij voorraad toewijsbaar heeft geacht. Voor het toewijzen van de schorsing is slechts plaats bij feiten en omstandigheden welke zich voorgedaan hebben na de beslissing van de rechter, die kunnen rechtvaardigen dat van de eerdere beslissing wordt afgeweken. Kennelijk was het gerechtshof van mening dat hiervan sprake is.

Aanstaande vrijdag 19 februari 2021 (of kort nadien) zal het gerechtshof in Den Haag uitspraak doen in hoger beroep. Heeft u vragen naar aanleiding van deze uitspraken? Dan kunt u uiteraard contact opnemen met mr. F.M.C. (Fleur) van Helmond (fhelmond@abenslag.nl) via het telefoonnummer 0495- 536 138.